De 7 oorzaken van uitstelgedrag
Uitstellen, grote kans dat jouw leerlingen het doen. Niet alleen jouw leerlingen, jij waarschijnlijk ook! In deze tip deel ik meest voorkomende oorzaken van het uitstelgedrag van jouw leerlingen.
Uiteraard deel ik aan het einde ook nog drie concrete tips!
Uitstellen
95% van de mensen stelt uit. Helemaal niet gek dat we in de begeleiding merken dat veel leerlingen uitstellen. Dat herken je vast!
Wanneer is uitstellen een probleem?
Joel Anderson doet onderzoek naar uitstelgedrag. Hij zegt dat uitstellen een probleem is, wanneer je er niet in slaagt tijdig iets te doen wat je hebt gepland of dat moet gebeuren, waardoor je negatief naar jezelf gaat kijken.
Uitstelgedrag ontstaat vaak in situatie waarin je al wat tekortschiet. Een taak die je niet zo leuk vindt (voor mij is dat écht de administratie!) of iets waar je al wat bij achterloopt. Dan ga je jezelf vaak verwijten: waarom doe je het niet?
Alleen wordt het daar niet beter van. Zo wordt de taak die je moet doen, nog negatiever. Je komt in een negatieve spiraal terecht. “Ik kan dit niet, het kan later nog wel”. Dit geeft je op de korte termijn een goed gevoel. Je hebt niet echt een goede reden om het niet te doen en je weet dat het eigenlijk niet heel slim is om het uitstellen.
Gevolgen van uitstellen
Uitstellen zorgt voor meer stress, minder goede prestaties, irritaties en schuldgevoel. Het is dus belangrijk om iets te doen aan het uitstelgedrag van jouw leerlingen (en jezelf!).
Oorzaken van uitstelgedrag
Bij leerlingen zijn er verschillende oorzaken van het uitstelgedrag. Als je iets aan het uitstelgedrag wilt doen, moet je wel eerst weten wat de oorzaak is. Daarna kan je opzoek naar een passende oplossing!
- Oorzaak 1: Faalangst
Een oorzaak van het uitstelgedrag kan faalangst zijn. Bang dat het niet lukt of bang om te falen. Jouw leerling doet liever niks. Als je niks doet, kan je het ook niet fout doen.
Het uitstelgedrag kan ook te maken hebben met perfectionisme. Leerlingen kunnen blokkeren. Beginnen aan de opdracht, maar stoppen bijvoorbeeld halverwege of beginnen helemaal niet. - Oorzaak 2: Onduidelijkheid
Oorzaak nummer 2 is onduidelijkheid! Een oorzaak die wij veel voorbij zien komen in ’t Leerlab. Leerlingen weten niet wat er precies van ze wordt verwacht. Wat moet ik leren voor de toets? Uit welke onderdelen moet het verslag bestaan? Waar moet het aan voldoen? Kortom: Waar kunnen de leerlingen informatie vinden die duidelijkheid geven. Uiteraard heeft de leerling een verantwoordelijkheid, maar ik zie dat er veel scholen die op veel verschillende plekken informatie zetten. Leerlingen hebben geen idee waar ze de informatie moeten vinden. Daarnaast verschilt het ook nog eens per docent.Dus als school is het belangrijk dat jullie afspraken maken over het opgeven van huiswerk. Hoe doen we dat? In de les? Op Magister? Waar in Magister? Wat zetten we wel in Magister, wat niet? Door daar als team over na te denken, help je de leerling enorm! - Oorzaak 3: Gebrek aan motivatie
Een gebrek aan motivatie. Die leerlingen zal je vast ook in je klas hebben. De leerling die jouw vak niet leuk vindt. Dat kan, maar meestal zit er iets achter waarom de leerling het niet leuk vindt. Mijn ervaring is dat leerlingen het vak vaak moeilijk vinden of niet weten waar ze moeten beginnen. Dus wees bij een gebrek aan motivatie nieuwsgierig. Ontdek wat zit erachter dat jouw leerling het niet leuk vindt? Waarom is er geen motivatie? - Oorzaak 4: Geen overzicht
Het is onwijs moeilijk om in beweging te komen als je geen overzicht hebt. Ik zie vaak dat leerlingen geen idee hebben waar ze moeten beginnen en daarom maar niks doen. Of alleen de vakken doen die ze leuk vinden. De prioriteiten bij deze leerling zijn niet duidelijk. - Oorzaak 5: Planning die niet haalbaar is
Fantastisch om te horen dat jouw leerling een planning maakt, maar vaak zijn dit planningen die helemaal niet haalbaar zijn. Best logisch, want wie heeft ze geleerd hoe je moet plannen? Wat is een goede planning? De planning die gemaakt wordt zijn vaak niet haalbaar. Leerlingen overschatten zichzelf qua tijd en denken dat ze wiskunde wel ‘even’ in 10 minuten kunnen maken. Daarnaast vergeten ze vaak de activiteiten die ze buiten school hebben: sport, hobby’s, bijbaantje en afspreken. Als de leerling voelt dat de planning niet haalbaar is, is het beginnen moeilijker. Misschien dat het de eerste twee dagen lukt, maar daarna lopen ze achter de feiten en denken ze al snel: “Ach, laat maar!” - Oorzaak 6: Opzien
Sommige opdrachten, verslagen of toetsen zijn zo groot of lijken zo groot. Dat leerlingen daardoor niet beginnen. Ze zien het als grote berg en hebben geen idee waar ze moeten beginnen. Omdat ze er zo tegenop zien, lukt het ze niet om te beginnen. Daarom is het belangrijk om leerlingen te helpen en te begeleiden bij het opdelen van die ‘grote berg’. - Oorzaak 7: Afleiding!
Laatste oorzaak is afleiding! Waarschijnlijk heel herkenbaar. Voordat jouw leerling begint met het maken van het huiswerk, toch nog even snel in Magister kijken wat de docent daar had neergezet over die ene opdracht. Dat gebeurt natuurlijk op hun mobiel en daar zit ook Instagram, Snapchat en een boel andere afleiding. Leerlingen zitten zo een uur op hun mobiel en hebben nog niks aan hun huiswerk gedaan.
Wat kan je doen? Hieronder vind je drie concrete tips die jou en je leerlingen verder helpen!
- Tip 1: Eerst de kikker!
Laat leerlingen beginnen met iets waar ze tegenop zien. Oftewel de kikker. De kikker moet je eerst slikken en dan is het makkelijker om de rest te doen. In de meeste gevallen valt die kikker achteraf mee en ben je blij dat je het hebt gedaan.
Als je niet als eerste de kikker slikt, blijf je uitstellen. Niet alleen de kikker, grote kans dat je helemaal niet in beweging komt. Dus begin met de kikker! - Tip 2: De 5 minuten regel!
De 5 minuten regel is heel simpel. Spreek met je leerling af dat als hij aan het uitstellen is, de 5 minuten regel inzet. De 5 minuten regel betekent dat je wel begint, maar dat je maar 5 minuten hoeft te werken. Doordat het maar 5 minuten is, is het haalbaar. Na die 5 minuten mag je verder werken, maar het hoeft niet. In de meeste gevallen, komen leerlingen in de flow en kunnen ze verder werken. Lukt het niet, mogen ze na 5 minuten stoppen. Dit zorgt ervoor dat leerlingen makkelijker kunnen beginnen. - Tip 3: Nieuwsgierige onderzoeker!
De laatste tip: wees een nieuwsgierige onderzoeker. Ga in gesprek met je leerling. Waarom stel je uit? Ga op zoek naar de oorzaak. Stel open vraag, vraag door en geef niet te snel op.
Wil je meer weten over de nieuwsgierige onderzoeker? In de online training leg ik je uit waarom deze basishouding zo enorm belangrijk is als docent en hoe je dat doet!