Overschat je jezelf?
Leren bestaat uit een stappenplan. De eerste stap waar je mee begint is: ‘Wat ga ik leren?’. Als je deze vraag wilt beantwoorden, moet je een inschatting kunnen maken over ‘Wat weet ik al en wat moet ik nog leren?’. Zodat je je gaat focussen op wat je nog niet weet.
Er is alleen één probleem. Wij mensen kunnen onszelf erg slecht inschatten en hebben dat zelf niet eens door. Wij mensen hebben erg de neiging om onze kennis en vaardigheden te overschatten. Kortom: we denken heel erg positief over onszelf.
Je denkt nu misschien wel, wat heeft dit alles nou met leren te maken? Ik zal je een voorbeeld geven.
Je hebt bijvoorbeeld net een voor biologie een tekst gelezen, als jij direct daarna gaat bedenken over jezelf hoe goed jij de tekst hebt onthouden, dan denk je dat je de kennis en informatie van die tekst nog best goed weet. Dat komt omdat het in je kortetermijngeheugen zit. Je houdt jezelf dus enorm voor de gek. Mijn tip is daarom ook: stel je oordeel over je eigen kunnen uit!
Nu we toch bezig zijn met tips. Je krijgt er nog eentje van mij.
Tip van flip!
Als je bezig bent met de lesstof van bijvoorbeeld aardrijkskunde is het van belang dat je er een productieve taak van maakt. Daarmee bedoel ik dat het slim is om actief bezig te gaan de lesstof.
Heel veel kinderen lezen de tekst door en lezen de tekst nog eens door en bladeren nog eens door. Daarbij krijgen ze het gevoel dat ze de tekst en stof herkennen. Maar deze herkenning is eigenlijk heel onhandig.
Lees jij ook de teksten uit je boek? Ja? Je krijgt het gevoel dat je de stof herkent en dus kent, maar als je het een dag later of een paar dagen later op toets moet laten zien, weet je het niet meer.
Wat kan je doen om actief bezig te gaan met lesstof? Hoe zorg je ervoor dat je goed leert voor je proefwerk?
Hier alvast een paar tips die je vandaag zou kunnen proberen:
1
Bedenk kernwoorden over de tekst en schrijf ze op. Lees daarna de tekst nog een keer en kijk of jouw kernwoorden kloppen.
2
Maak voor de Engelse of Franse woordjes die je moet leren woordkaartjes. Aan de ene kant van het kaartje schrijf je het Engelse woord en aan de andere kant de Nederlandse vertaling. Ik weet het: dit kost veel tijd, maar echt geloof me, zo leer je de betekenis van het woord, maar schrijf je het ook direct goed. Meestal geeft je docent ver voor het proefwerk al paragrafen op, zorg ervoor dat je dan de woordkaartjes vast maakt. Af en toe herhalen en je hebt zo alle woordjes in je hoofd zitten.
3
Maak een oefeningen opnieuw en kijk bij je huiswerk of je antwoorden kloppen.
Welke tip ga jij proberen? Laat het me weten!